De laatste jaren zien we dat veel meer mensen ‘traditionele’ beleggingen als aandelen(fondsen) links laten liggen en al hun geld in cryptovaluta stoppen.
Niet heel gek, want je kunt geen verjaardag of voetbalkantine bezoeken waar je géén wild verhaal over torenhoge rendementen of cryptomiljonairs hoort.

Eerst even wat achtergrond over beleggen.
Volgens de dikke Van Dale is dat het investeren van geld om daarmee op lange of korte termijn een mooie winst te behalen.
De prijs van zo’n belegging wordt bepaald door vraag en aanbod: als meer mensen een bepaald aandeel willen kopen, stijgt de prijs.

Dat geldt voor aandelen, maar ook voor cryptocurrencies zoals Bitcoin.
En omdat zó veel mensen mooie verhalen horen over torenhoge rendementen, heerst er (online) goudkoorts.
Dat zie je terug in de prijs van Bitcoin, die de afgelopen jaren door het dak ging. De vraag ging omhoog, dus de prijs ook.

Momenteel is de prijs van 1 Bitcoin gelijk aan €32.330,20 (op 14 juni 2021).
Is dat te hoog? Te laag? Dat valt moeilijk te zeggen.
De waarde van cryptovaluta is namelijk moeilijk te bepalen, omdat ze an sich ook nog geen waarde toevoegen.
Het is dus een beetje wat de gek ervoor geeft. Dat kan positief uitpakken als er een continue vraag naar Bitcoins blijft, maar als die vraag ineens afneemt zal de prijs (hard) zakken.

Moet ik beleggen in Cryptovaluta?

Wie belegt, moet altijd een afweging maken. Hoeveel risico ben ik bereid om te nemen met mijn geld? Hoe meer risico u neemt, hoe hoger het rendement kan zijn.
Maar des te hoger wordt ook de onzekerheid van de belegging. Veel cryptovaluta lieten tot nu toe enorme waardestijgingen zien, maar óók enorme dalingen.
En er zijn nog een aantal redenen waarom beleggen in cryptovaluta allesbehalve een zekere belegging zijn.

Volatiliteit
We zeiden het al even: de stijgingen van cryptovaluta zijn torenhoog, de dalingen waanzinnig diep. De prijs van Bitcoin jojoot bijvoorbeeld al jaren gigantisch op en neer.
Of, in beleggingsjargon: de volatiliteit is heel hoog. Dat maakt cryptovaluta een onzekere belegging.

Want ja: als u jaren geleden wat geld in Bitcoin had gestopt en niet in paniek was geraakt als u uw geld daarna tijdelijk zag halveren, dán had u inderdaad een mooi rendement gehaald.
Maar er zijn weinig mensen die door zo’n daling heen kunnen kijken en er zijn dan ook héél veel mensen die hun Bitcoins weer met een gigantisch verlies verkocht hebben.

Bitcoin heeft nog geen toegevoegde waarde
De prijs van cryptovaluta is voorlopig alleen gebaseerd op wat de gek ervoor geeft.
Net als legendarische pokemonkaarten, kunst of oude postzegels.
We kunnen dus de prijs bepalen, maar niet de (toegevoegde) waarde. Dat maakt investeren in cryptomunten onzeker.

Wie een aandeel van een bedrijf koopt, kan dat bijvoorbeeld doen omdat het product of de dienst van zo’n bedrijf baanbrekend is.
Of omdat het bedrijf een gigantische som geld op de bank heeft staan waarmee ze hun plannen kunnen waarmaken.
Of omdat het bedrijf ieder jaar een lekkere winst maakt waarvan je als aandeelhouder een deel opstrijkt in de vorm van dividend.

Bij cryptovaluta is zo’n waarde er niet.
Er is geen mooi product of een mooie dienst met een nut, er zit geen solide bedrijf achter en wie zijn geld stopt in Bitcoin (of iedere andere cryptomunt) krijgt geen vaste som dividend per jaar.

Is Bitcoin dan niet het nieuwe betaalmiddel?

Een veelgehoord argument is dat cryptovaluta in de toekomst de ‘traditionele’ valuta gaan vervangen.
En ja: Bitcoin wordt al her en der geaccepteerd als betaalmiddel. Maar de kans dat dat op termijn ook wijdverspreid gebeurt lijkt klein.
Daarom jojoot de prijs nog veel te hard op en neer.

Want stel: uw lokale wijnboer accepteert Bitcoin als betaalmiddel. U betaalt hem 0,00032 bitcoin voor een fles Riesling.
Dat is op 14 juni 2021 zo’n €10 waard. Een dag later zakt de prijs van Bitcoin met 30%, dus uw wijnboer houdt nu nog maar €7 over van zijn verkoop.
Dat biedt weinig vastigheid.

En ja: het kan natuurlijk zijn dat er op gegeven moment wel een cryptovaluta wereldwijd op grote schaal als betaalmiddel wordt ingezet.
Maar dan is het nog altijd de vraag wélke dat precies gaat zijn. Op dit moment zijn er namelijk zo’n 7000 in omloop met allemaal hun eigen voor- en nadelen.

En is de technologie erachter niet baanbrekend?

Een veelgehoord argument om te beleggen in Bitcoin of andere cryptovaluta is de onderliggende technologie: blockchain.
Die zou bedrijven en particulieren in staat stellen om transacties nóg veiliger en sneller uit te voeren.
Al kan een transactie met Bitcoin tot wel 10 minuten duren – niet handig als u even snel een broodje wilt halen bij de bakker.

Voorlopig zijn er vooral veel plannen, maar nog weinig succesvolle toepassingen van blockchain.
En al blijkt blockchain straks een baanbrekende technologie: dat heeft geen invloed op cyrptocurrencies.
Bitcoin heeft blockchain bijvoorbeeld nodig om te bestaan, maar blockchain heeft Bitcoin niet nodig.
Beleggen in Bitcoin is dus niet beleggen in blockchain.

Speculeer niet met geld dat u nodig heeft

Die torenhoge rendementen en verhalen van cryptomiljonairs klinken heel aanlokkelijk. En ja: er zijn mensen stinkend rijk geworden door hun cryptomunten te verkopen.
Maar net zoveel mensen hebben flink wat geld verloren omdat ze in paniek raakten door de gigantische dalingen van cryptomunten.

En bovendien drijft de prijs van cryptomunten volledig op populariteit. Niet op de waarde van het product, niet op een solide bedrijf met doorgetimmerde plannen, niet op het uitzicht van een vaste winstuitkering. Dat maakt het waarderen van cryptovaluta gigantisch moeilijk, en de investering risicovol.
Uw geld stoppen in (bijvoorbeeld) Bitcoin lijkt daardoor meer op speculeren dan op beleggen.

Wilt u een gokje wagen? Dan kunt u zeker een klein deel van uw geld in cryptomunten stoppen. Dat is best spannend en leuk, en als u geluk heeft levert het u een leuke winst op.
Maar wilt u geld beleggen omdat u plannen heeft voor later? Zoals een studie van uw kind of een nieuw huis? Dan zijn cryptovaluta een hoogst onzekere bestemming voor uw geld.

Wel beleggen, niet de torenhoge risico’s?
Dan zijn er nog voldoende andere manieren. Indexbeleggen bijvoorbeeld: daarmee stopt u uw geld meteen in duizenden beleggingen van over de hele wereld en spreidt u dus het risico.
Benieuwd naar de mogelijkheden? Neem gerust contact met ons op! www.planningvision.nl/contact/ of via [email protected] of via 0646189406

Heb ik zoveel nodig om te kunnen stoppen met werken? Deze vraag speelt zelfs bij mij als financieel professional wel eens door mijn hoofd. Gelukkig is dit mijn emotie die spreekt, want rationeel weet ik natuurlijk goed hoe het zit. Toch verbaas ik me nog wel eens over het hoge bedrag dat nodig is om onbezorgd van het pensioen te kunnen genieten.

In Nederland wordt nog steeds goed voor ons gezorgd, want ondanks de grote veranderingen in de demografie hebben we AOW. Dit staatspensioen is er voor iedereen die in Nederland woont. Woont u 50 jaar in Nederland dan heeft u recht op 100% AOW. Maar daar redden de meeste mensen het niet mee. Daarom sparen we (en dat is trouwens beleggen) massaal via pensioenregelingen via onze werkgever. Dit is nodig om ooit te kunnen genieten van de dan welverdiende oude dag. Lekker luieren, op de kleinkinderen passen of Nederland écht leren kennen.

Een steeds grotere groep Nederlanders bouwt echter niets meer of minder op via de werkgever. Dit heeft meerdere redenen. Een daarvan is dat minder bedrijven pensioen aanbieden als arbeidsvoorwaarde en een andere reden is de grote groep zelfstandigen. In 2020 kende ons land 1,1 miljoen ZZP-ers. Ook zijn pensioenregelingen versoberd. Kortom, tijd om zelf wat te doen.

Hoeveel heb ik nodig?
Het is natuurlijk niet mogelijk om precies te bepalen hoeveel u nodig heeft, maar ik deel graag wat vuistregels. Hierbij kijk ik naar de situatie van de ZZP-er, die alles (op de AOW na) zelf moet regelen.

Als u dertig bent, dan is het slim om ongeveer uw jaarsalaris opzij te hebben gezet. Dus stel u verdient 50.000 euro per jaar, dan is dit het bedrag dat u opzij heeft gezet. En hieronder ziet u de bedragen voor andere leeftijden.

  • 30, u zou een jaarsalaris gespaard moeten hebben
  • 40, u zou drie keer uw jaarsalaris gespaard moeten hebben
  • 50, u zou zes keer uw jaarsalaris gespaard moeten hebben
  • 60, u zou acht keer uw jaarsalaris gespaard moeten hebben
  • 67, u zou tien keer uw jaarsalaris gespaard moeten hebben

Dit zijn natuurlijk gigantische bedragen en mogelijk heeft u minder nodig als u wel pensioenopbouw heeft. Hoe dan ook, u heeft vermogen nodig. Dus hoe eerder u begint met geld opzij zetten, hoe beter. Maar, u bent nooit te laat om te starten! Elke euro telt mee.

Word als de rijkste man van Babylon
De vermaarde auteur George Clayson schreef The Richest Man of Babylon. Dit gaat, heel verrassend, over een rijke man. In het boek leest u hoe hij zo rijk is geworden. De gouden tip? Betaal eerst uzelf voordat u anderen betaalt. Dit betekent dat u van elke inkomsten eerst geld opzij zet voor uw toekomstige zelf. Hoe hoger het bedrag, hoe beter.

Daarnaast is het natuurlijk slim om uw geld voor u te laten werken. Dit doet u door het geld toe te vertrouwen aan de kapitaalmarkt. Dit klinkt misschien technisch, maar het betekent dat uw geld gebruikt wordt om de economie te laten groeien. Bijvoorbeeld doordat u het geld uitleent (obligaties) of deels eigenaar wordt van een bedrijf (aandelen). Op lange termijn beloont deze kapitaalmarkt u voor uw tijd en het genomen risico. Beleggen is verstandig voor uw pensioen, maar of het echt nodig is? Dat reken ik uiteraard graag voor u uit.

Wilt u weten wat voor u verstandig is en of u voldoende opbouwt voor later?

Neem gerust contact op met uw financiële huisarts via 06 46189406 of [email protected]

 

De zzp’er moet al zijn boontjes zelf doppen. Eigen klussen, eigen administratie, eigen verzekeringen… en het eigen pensioen.

Want ook al doen heel veel ondernemers dagelijks wat ze het allerleukst vinden: er zijn er maar weinig die tot hun 85e willen blijven werken.

Alle reden dus om het pensioen tijdig op een rijtje te hebben. Maar hoe goed zijn zzp’ers eigenlijk voorbereid? Brand New Day deed onderzoek.

Pensioeninzicht
Wie inzicht wilt in zijn pensioen moet op onderzoek uit. Inloggen op mijnpensioenoverzicht.nl, online research doen, in gesprek gaan met een adviseur… kan allemaal.
Het goede nieuws: heel veel zzp’ers doen dit al. 52% van alle zzp’ers weet namelijk hoeveel geld er nodig is om later een beetje prima rond te komen.

Het slechte nieuws: de andere 48%.
Die heeft namelijk niet helemaal (of helemaal niet) op een rijtje hoeveel geld er straks precies nodig is op de oude dag.
En wie niet weet hoeveel hij nodig heeft, weet ook niet wat hij daar nu voor moet doen.

Hoe komt u er dan achter hoeveel u precies nodig heeft?

Simpel: actie ondernemen.

Dus inloggen op mijnpensioenoverzicht.nl, in gesprek gegaan met een financieel adviseur of informatie inwinnen bij vrienden of kennissen.

22% van alle zelfstandigen moet die eerste stap trouwens nog zetten.

Pensioenstress
Kunnen we missen als kiespijn. Toch piekeren zzp’ers flink wat af over hun pensioen.
Slechts een op de vijf zzp’ers (21%) maakt zich helemaal geen zorgen of hij als pensionado nog wel dat Netflix- of sportschoolabonnement kan betalen.
Al is dat natuurlijk niet meteen goed nieuws: misschien steekt een op de vijf zzp’ers wel gewoon zijn kop in het zand.

En die andere vier op de vijf zzp’ers?
Die maken zich (terecht) wel druk om hun pensioen.
4 procent van alle zelfstandigen maakt zich ernstig zorgen en slaapt dus echt slechter door pensioenstress.
De overige 75% piekert in mindere mate weleens over het pensioen.

Pensioenmaatregelen

Veel pensioenstress dus.

En dan verwacht u natuurlijk dat zelfstandigen massaal oppotten voor hun oude dag, maar die vlieger gaat niet op.
Hoewel 2% van alle zzp’ers liefst 40 tot 50 procent (chapeau!) van het inkomen oppot, zet 38% nog helemaal niets opzij.
Inderdaad: 38%.

Ter vergelijking: bij mensen in loondienst ligt dit aantal ongeveer hetzelfde (37%).
Maar de nood is voor zzp’ers wat hoger, want zij kunnen niet rekenen op een goede cao of een prima pensioenregeling via de baas.

Veel zzp’ers dreigen daarom straks in de pensioenpenarie te komen zitten.

En dat terwijl sparen of beleggen voor het pensioen via een lijfrente tegenwoordig reuze eenvoudig is.
Én heel voordelig (want: heel veel belastingvoordeel).
Dat is bekend bij 60% van alle zelfstandigen, maar slechts 26% doet ook echt wat met die kennis en bouwt daadwerkelijk pensioen op via een lijfrente.

Pensioenverwachtingen
Ziet u nu donkere wolken boven het pensioen van zelfstandig ondernemend Nederland?
Wij zien ze ook.

En veel zzp’ers maken zich óók terecht zorgen, maar over het algemeen zien veel ondernemers hun pensioen wel rooskleurig tegemoet.
Meer dan de helft van hen (55%) denkt op de oude dag namelijk dezelfde levensstijl te kunnen hanteren als nu.

En liefst een derde (33%) verwacht vóór zijn of haar 65e al met pensioen te kunnen.

Dat gunnen we hen van harte, maar er lijkt een serieuze kloof te bestaan tussen de verwachtingen en de realiteit.
De zzp’er van nu heeft dus een goede reden om zijn pensioen eens serieus onder de loep te nemen.

Hoe dan?

De financiele huisarts van Planning Vision geeft goede raad op basis van eerst inzicht van wat er is (een financiele foto).
Dan samen op weg om de pensioenstress weg te nemen (film van de toekomst).

Pak jij je eigen verantwoordelijkheid op? Bel of mail voor een afspraak: [email protected] of 06 46189406.
Een eerste Quick Scan tegen een aangepast tarief is dan het begin.

 

 

 

De aflossingsvrije hypotheek

Wat gebeurt er met de aflossingsvrije hypotheek nadat de einddatum is bereikt? Hoe houd je de hypotheek onder controle?

Aflossingsvrije hypotheken staan ter discussie. Bij het bereiken van de einddatum van de hypotheek kunnen er problemen ontstaan. Hoe houd je de hypotheek onder controle?

Decennia lang was de aflossingsvrije hypotheek immens populair. In veel tot 2013 afgesloten hypotheken vormt de aflossingsvrije variant een onderdeel. Niet omdat het kwalitatief een goede hypotheekvorm is, maar deze vorm zorgt wel voor de laagst mogelijke maandlasten. Veel huiseigenaren hebben zich niet beseft wat het inhoudt. Een deel aflossingsvrij is geen probleem, zolang je de zaakjes maar goed op orde hebt. Wat zijn de struikelblokken van de aflossingsvrije hypotheek?

Overlijden van één van de huiseigenaren

Bij andere hypotheekvormen bestaat de verplichting om een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten. Voor de aflossingsvrije hypotheek bestaat deze verplichting niet, maar dit probleem valt te overzien. Je kunt namelijk alsnog deze verzekering afsluiten. De overlijdensrisicoverzekering keert bij overlijden van één van de huiseigenaren het verzekerd bedrag uit. Een voorwaarde is wel dat overlijden plaatsvindt vóór het bereiken van de einddatum. Je kunt de hoogte van het verzekerd bedrag afstemmen op de hypotheekschuld, maar je kunt ook een hoger bedrag verzekeren. Hier adviseren wij jou graag in.

Houd ook rekening met het pensioen

Vanaf jouw pensioenleeftijd zakt over het algemeen het inkomen sterk. Ook met het lagere inkomen moet je het huishouden wel draaiende houden. De vraag is, lukt dat ook echt? Er is nog een issue met betrekking tot het pensioen. Na 30 jaren bereikt de aflossingsvrije hypotheek de einddatum. Verlenging is in de meeste gevallen wel mogelijk, maar gaat dat ook lukken op basis van het pensioeninkomen? De bank gaat bij de verlenging namelijk toetsen of het inkomen hoog genoeg is voor het verlengen van de hypotheek. Er ontstaat een probleem als je op het inkomen de hypotheek niet kunt krijgen. Hierdoor kan het verkopen van het huis onvermijdelijk zijn.

De hypotheekrenteaftrek vervalt

Na 30 jaren heb je geen recht meer op hypotheekrenteaftrek. Vanaf dat moment kun je de betaalde hypotheekrente niet meer aftrekken van het inkomen. Het fiscaal voordeel is dus weg. Hierdoor drukken de hypotheeklasten zwaarder op jouw maandelijks budget. De beperkte duur waarin je de betaalde hypotheekrente van jouw inkomen kunt aftrekken is ingesteld per 2001. Om huiseigenaren niet te zwaar te duperen, blijft de aftrekbaarheid van de hypotheekrente in ieder geval tot 2031 bestaan. De schade op korte termijn valt dus mee.

Let ook op de betaalbaarheid

Op basis van het huidige inkomen en de hoogte van de hypotheekrente zijn de maandlasten mogelijk goed te dragen. Maar houd ook rekening met slechtere tijden. Jouw inkomen kan sterk terugvallen en bij het opnieuw kiezen van een rentevast periode, kan de hypotheekrente flink hoger liggen. Ook dan moeten de lasten nog te behappen zijn.

ADVIES:

Maak samen met deze financiele huisarts een behandelplan. Overtuig jezelf én de bank dat een aflossingsvrije hypotheek past in jouw situatie. Of niet natuurlijk, dan kunnen we samen op tijd aanpassingen doen. Het gaat immers om het netto besteedbaar inkomen om het leven te leiden dat je wenst, ook gedurende de pensioenleeftijd.

Neem contact op voor het maken van een afspraak: 06 46189406 of mail naar [email protected]

Stijgende huurprijzen

Een huis huren heeft voordelen als je het vergelijkt met een koophuis. Maar de stijgende huurprijzen zorgen in de loop der jaren misschien wel voor verdubbeling.

Een huis huren in plaats van kopen heeft voordelen, maar de stijgende huurprijzen is een groot nadeel. Wat kost een huurhuis over bijvoorbeeld 20 jaar?

Een huis kopen wordt steeds populairder ten nadele van het huren van een huis. Dit komt mede door de zeer lage hypotheekrente van dit moment. Je kunt nu de hypotheekrente tientallen jaren vastzetten tegen een extreem lage hypotheekrente. Alleen al door de werking van inflatie is een koophuis een goede investering. Zeker als je het afzet tegen de steeds maar stijgende huren.

Jaarlijks gaan de huren omhoog

Jaarlijks per 1 juli worden de huren verhoogd aan de hand van de inflatie plus een bepaald percentage. Voor sociale huurwoningen wordt door het ministerie van Binnenlandse Zaken jaarlijks een maximum vastgesteld. Huurhuizen die niet vallen onder de noemer sociale huurwoningen wordt geen maximum voor vastgesteld. Deze huurhuizen vallen in de zogenaamde vrije sector.

Uitzondering 2021

Het maximale huurverhogingspercentage wordt voor 2021 op 0% gezet in de gereguleerde huursector. Voor huurders die een sociale woning huren betekent dit dat zij geen jaarlijkse huurverhoging krijgen, ook geen inkomensafhankelijke huurverhoging. Dit geldt tot 30 juni 2022.

Wat kost een huurhuis over 10 of 20 jaar?

De jaarlijkse huurverhogingen lijken in euro’s uitgedrukt maar klein, maar in de loop der jaren telt het behoorlijk aan. Het cumuleert ook nog, want de volgende huurverhoging wordt ook gerekend over de eerder doorgevoerde verhogingen. In een voorbeeld kunnen wij het effect duidelijk laten zien.

Voorbeeld

Je betaalt op dit moment een huur van 600 euro per maand voor een sociale huurwoning. De huurverhogingen die in de toekomst worden doorgevoerd zijn nog niet bekend. Voor de berekening gaan we uit van een beperkte verhoging van 2,25 procent. Hoe sterk stijgt de huur de komende jaren?

Na 10 verhogingen is de huur met meer dan 150 euro per maand gestegen. Na 20 jaren gaan het zelfs om een verhoging van 336 euro. Na dertig jaar bedraagt de huur 1.170 euro. Als we uit gaan van een jaarlijkse huurverhoging van 3 procent, betaal je over dertig jaar voor het huurhuis: 1.456 euro. Afhankelijk van het inkomen heb je recht op huurtoeslag, maar dat is in deze berekening niet meegenomen.

Een huis kopen is zo gek nog niet

Bij een kopen van een huis krijg je te maken met extra kosten. Je moet het pand bijvoorbeeld verzekeren, maar vooral de onderhoudskosten drukken op de schouders van huiseigenaren. Toch zijn dit maar kleine minpuntjes als je het vergelijkt met het grootste voordeel. De huur van een huurhuis verdubbelt waarschijnlijk ruim in 30 jaar tijd. Huiseigenaren betalen hun huis af in 30 jaar. Je vormt dus vermogen en je hypotheeklasten gaan na 30 jaar naar nul. Hierdoor vallen vrijwel alle nadelen van het kopen van een huis weg.

Vanaf vandaag vertel ik over een reisverhaal van mijn onderneming

Na ruim vijf jaar ondernemen is nu het moment gekomen om als ondernemer opnieuw uitgedaagd te worden.
Vanaf 16 april en dan 12 weken verder kunt u lezen over mijn uitdagende reis naar een beter gestructureerde onderneming.
Het doel is Planning Vision zo te vormen dat het mij nog meer rust, plezier en continuïteit geeft.

Neem de uitdaging ook aan en investeer een week lang iedere ochtend 15 minuten van jouw tijd in een bijzondere Business Challenge.

Een gratis vijf-daagse training waarin je iedere ochtend in maximaal 15 minuten tijd een aantal inzichten en eye-openers ontvangt hoe jij je bedrijf kunt laten groeien.
En het leukste is dat je niet alleen deelneemt, maar met een hele groep like minded ondernemers.
Ik ben er ook van overtuigd geraakt.

Schrijf je nu ook in voor deze business challenge. In twaalf weken tijd word je stap-voor-stap begeleid om jouw bedrijf te systematiseren en groei te realiseren. Aan de hand van 12 verschillende thema’s doorlopen we je complete bedrijf en leggen we alle bouwblokken op de juiste plek. Samen met andere ondernemers inspireer en stimuleer je elkaar om nu echt die stappen te maken die je al zo lang wilt zetten. Meer informatie en inschrijven via https://checkout.bartvandenbelt.nl/r?id=eQ4ZOU1X

Tot volgende week!

Hartelijke groet,

Paul Jansen
06 46189406
[email protected]
www.planningvision.nl

 

 

 

Een scheiding is emotioneel, maar zeker ook financieel zwaar. In beide opzichten laat het diepe sporen na. Wat zijn de financiële gevolgen?

Na een scheiding moeten van hetzelfde gezinsinkomen ineens twee huishoudens draaiende worden gehouden. Tot het zover is, moet er eerst nog veel geregeld worden. Een aantal hete financiële hangijzers zullen wij nader toelichten.

Echtscheiding – Wie krijgt wat?

De meeste gehuwden zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. Dat wil zeggen dat de partners ieder recht hebben op de helft van de bezittingen en de schulden. De partners zullen dus een inventarisatie moeten maken om alles te kunnen verdelen. Het gaat om de huisraad, maar ook de spaarrekeningen, leningen en de eigen woning. Geld is eenvoudig te verdelen, maar dat geldt niet voor de rest. De eigen woning is het grootste obstakel. Deze is niet te verdelen. De grootste vraag is vaak ook wat er met het huis moet gebeuren.

Blijft één van beide in de gezamenlijke woning wonen?

Bij een scheiding is het verkopen van de echtelijke woning de meest gebruikelijke optie. Vaak kan het ook niet anders, omdat het huis waarschijnlijk gekocht is op basis van beide inkomens. Met andere woorden, één van beide kan de maandlasten niet opbrengen. Als het wel mogelijk is, kan de ene partner de andere uitkopen. Van de opgebouwde overwaarde hebben beide partners recht op de helft. De partner die wil blijven wonen in het eigen huis kan onder voorwaarden een extra hypotheek op het huis vestigen om de partner uit te kopen. Uiteraard is het ook mogelijk om de partner die het huis niet op naam krijgt te compenseren met andere gezamenlijke bezittingen.

Bestaat er recht op alimentatie?

Ook al ben je gescheiden, je blijft verplicht om financieel voor elkaar en voor je kinderen te zorgen. Dit kan betekenen dat je alimentatie moet betalen. De alimentatieplicht geldt zowel voor stellen die getrouwd waren als voor stellen die een geregistreerd partnerschap hadden. Er zijn twee soorten alimentatie. Namelijk kinder- en partneralimentatie.

Ook de pensioenrechten worden verdeeld

Jouw ex-partner heeft recht op de helft van de opgebouwde pensioenrechten. Het blijft wel beperkt tot de huwelijksperiode. Stel, een huwelijk heeft vijf jaren stand gehouden. Over deze periode opgebouwd ouderdomspensioen wordt verdeeld. Vaak kent een pensioenregeling ook nog een nabestaandenpensioen. De ex heeft recht op het nabestaandenpensioen opgebouwd tot de scheidingsdatum. In veel pensioenen wordt er geen waarde in het nabestaandenpensioen opgebouwd, omdat het in de vorm van een risicoverzekering meeverzekerd is. In dat geval is er geen opgebouwde waarde aan nabestaandenpensioen.

Voor partners met een geregistreerd partnerschap geldt hetzelfde als voor gehuwden. Voor samenwoners is niets vastgelegd. Dus ieder houdt zijn of haar eigen spullen, geld en schulden.

Waar denkt u aan bij het woord ‘pensioen’? Misschien schieten de plaatjes van tropische stranden, fietstochten of lekker uitslapen door uw hoofd, maar de kans is groter dat u denkt aan ziekte, verlies of andere treurige zaken. Het blijkt namelijk dat veel mensen pensioen koppelen aan negatieve zaken. Logisch dus dat u niet met veel plezier begint aan het opbouwen van vermogen voor later.

De laatste jaren worden we om de oren geslagen met kortingen op pensioenen, stijging van de AOW-leeftijd en dalende pensioenpremies. Niet iets waar de gemiddelde Nederlander warm van wordt. Sterker nog, het zorgt eerder voor nog meer onverschilligheid over onze oude dag. Zonde, want pensioen is een fase in het leven die mooi kan zijn. De periode waar u op een prettige manier de laatste decennia van uw leven beleeft. Dus wél op die tropische stranden, op de fiets of door wat vaker uit te slapen. Het is belangrijk om te zorgen dat uw pensioen de moeite waarde is.

Waarom doen we zo weinig aan ons pensioen?
Naast de negatieve perceptie is het voor ons brein ook nog eens heel lastig om in actie te komen voor later. U kent de onderzoeken misschien wel waar u gevraagd wordt te kiezen. 1.000 euro nu of 1.100 euro over één jaar. Wat zou u kiezen?

De grote meerderheid kiest voor 1.000 euro nu. Dit is vergelijkbaar met nu een vakantie boeken of nieuwe auto kopen in plaats van geld opzij zetten voor later. Ons brein gaat voor directe beloning. Dit is logisch, want toen we nog leefden als jager en verzamelaar kozen we altijd voor de directe vangst. We lieten een hert echt niet leven in de hoop dat die later alsnog langskwam, maar dan een stuk dikker, om deze vervolgens met onze pijl en boog te schieten. Deze manier van denken en doen zit nog steeds in ons systeem. Daardoor zetten we dus te weinig geld opzij, want het ligt veel te ver in de toekomst is.

Een andere oorzaak is dat we ons niet kunnen verplaatsen in onze eigen toekomst. Dit voelt bijna alsof u aan de toekomst van iemand anders denkt. Als u bijvoorbeeld denkt aan het leven van een bekende zanger, politicus of sporter, dan kunt u prima een beeld vormen. U stelt zich voor hoe het leven van hem of haar eruit ziet. Omdat u diegene (waarschijnlijk) niet persoonlijk kent, gebruikt u uw fantasie. Het deel van uw hersenen dat deze fantasie creëert, gebruikt u ook als u denkt aan uw eigen leven in de toekomst. Daardoor denkt u in feite aan iemand anders. Logisch dat we te weinig in beweging komen, want we willen geen dingen voor ‘iemand anders’ doen.

Wat kunt u wél doen?
Een manier is om uw pensioen nu al te beleven. Hoe ziet u uw oude dag? Beleef het op een manier waarop voorpret ontstaat, zoals met een vakantie. Als u nu al kunt genieten van de tijd die komen gaat, wordt het makkelijker actie te ondernemen. U bent dan bezig met de reis en minder met de bestemming.

De actie voor pensioen is bijna altijd hetzelfde: u moet geld opbouwen voor later. Dit kan op verschillende manieren, zoals in een lijfrente, beleggen of het aflossen van de hypotheek. Het doel is hetzelfde: zorgen dat u voldoende vermogen heeft om te genieten in de tijd dat u het ook verdient. Beleggen is een van de belangrijke manieren om vermogen op te bouwen. Toch hoort u bij een minderheid in Nederland als u belegt voor later. De meeste mensen vinden beleggen spannend en beginnen er liever niet aan. Dit is spijtig, want op de lange termijn brengt u vaak veel profijt.

Wilt u meer weten of beleggen voor u wel verstandig is? Laten we dan een gesprek plannen. Want voordat u begint, help ik u eerst inzicht te krijgen. Onderzoek wijst namelijk uit dat beleggen voor uw toekomst pas succesvol is als u vanuit een plan werkt. Dat plan houdt rekening met uw leven nu, maar ook in de toekomst.

Heeft u interesse of wilt u een kennismakingsgesprek over beleggen voeren?
Neem contact op met Paul Jansen, uw financiële huisarts met Planning Vision BV via [email protected] of 06 46189406

 

Verzekeraars hebben de overlijdensrisicoverzekeringen de laatste jaren veel goedkoper gemaakt. Is jouw gezondheid niet sterk verslechterd sinds het afsluiten van je huidige verzekering? Dan kun je profiteren van een nieuwe en goedkopere verzekering.

De meeste Nederlanders hebben een overlijdensrisicoverzekering. Wist je dat je tot tientallen euro’s per maand kunt besparen door het inruilen van de verzekering?

De premie van de autoverzekering is al ruim een jaar aan het stijgen. Er zijn ook verzekeringen die steeds goedkoper worden. Een goed voorbeeld hiervan is de overlijdensrisicoverzekering. Het kan vaak uit om een nieuwe overlijdensrisicoverzekering aan te vragen en de oude op te zeggen. Let hierbij wel op de volgorde. Zeg de oude verzekering pas op als de nieuwe verzekering is ingegaan.

Waardoor worden overlijdensrisicoverzekeringen steeds goedkoper?

Al jaren zijn de premies voor de overlijdensrisicoverzekering aan het dalen. Dit wordt veroorzaakt doordat wij gemiddeld steeds ouder worden. Hierdoor zakt de kans dat de verzekeraar het verzekerd bedrag moet uitkeren. Als de verzekerde namelijk niet overleden is vóór de einddatum van de verzekering, vervalt de polis zonder een bedrag uit te hoeven keren. Daarnaast zijn de kosten in dergelijke verzekeringen ook verlaagd. Dat komt weer deels door het provisieverbod. Het adviseren en het bemiddelen van de tussenpersoon zit niet meer in de premie verwerkt.

Meer concurrentie heeft een positief effect

De traditionele Nederlandse verzekeraars hebben de tarieven ook sterk verlaagd. Ze moesten ook wel, want de concurrentie is de afgelopen jaren fors toegenomen. Dat is goed nieuws voor jou. Je kunt gerekend over de gehele looptijd wel tot duizenden euro’s aan premie besparen.

Stijgt de premie niet door de hogere leeftijd?

Met een overlijdensrisicoverzekering dek je het risico van het overlijden financieel af. Er volgt een uitkering bij overlijden van de verzekerde vóór de einddatum. Verzekeraars houden vaak een maximumleeftijd aan tussen 70 en 80 jaar. Door het ouder worden stijgt de kans op overlijden. Een 50-jarige heeft statistisch gezien een grotere kans op overlijden als je het vergelijkt met een 45-jarige. Je zou dus verwachten dat een nieuwe verzekering juist duurder is dan de overlijdensrisicoverzekering die je bijvoorbeeld vijf jaren geleden hebt afgesloten. Door de sterke daling van de premies, kan het vaak toch uit.

Wat als de overlijdensrisicoverzekering deel uitmaakt van de hypotheek?

Vooral in hypotheken afgesloten vóór 2013 maakt de overlijdensrisicoverzekering vaak een onderdeel uit van de hypotheek. In dat geval heb je de medewerking nodig van de huidige verzekeraar en de hypotheekbank om de levensverzekering los te weken van de hypotheek. Vaak zijn er mogelijkheden, maar niet in alle gevallen gaat het lukken om de oude overlijdensrisicoverzekering in te ruilen voor een nieuwe. Door de grote verschillen in premie loont het wel de moeite om het te proberen.

Alleen bij goede gezondheid zijn er mogelijkheden

Bij het aanvragen van een nieuwe overlijdensrisicoverzekering, zal een gezondheidsverklaring ook weer een onderdeel uitmaken van het aanvraagtraject. Bij een verslechtering van de gezondheid wordt een nieuwe overlijdensrisicoverzekering mogelijk niet geaccepteerd. Verzekerden met hartklachten of die genezen zijn van kanker kunnen moeite hebben met het vinden van een nieuwe overlijdensrisicoverzekering. Zeg dus altijd de oude verzekering pas op nadat de nieuwe verzekering geaccepteerd is.

Wanneer heb je recht op pensioen van je ex-partner?

Je hebt recht op een deel van het werknemerspensioen van je ex-partner als:

  • Je getrouwd was of geregistreerd partner van elkaar bent geweest of als je een samenlevingsovereenkomst had en jouw partner heeft je aangemeld bij zijn of haar pensioenuitvoerder. Dit kan een pensioenfonds of een pensioenverzekeraar zijn.
  • Jouw ex-partner in loondienst heeft gewerkt en via de werkgever pensioen heeft opgebouwd.

Hetzelfde geldt ook andersom: je ex-partner heeft recht op een deel van jouw werknemerspensioen als bovenstaande voorwaarden gelden.

De helft van je pensioen ben je kwijt

Het opgebouwde pensioen kun je onderverdelen in verschillende soorten pensioenen. De belangrijkste zijn het ouderdomspensioen en het partnerpensioen. Het ouderdomspensioen is een uitkering voor jezelf vanaf jouw pensioengerechtigde leeftijd.

Je ex-partner heeft recht op de helft van de tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen. Dit neemt dus mogelijk een behoorlijke hap uit jouw rechten.

Wat er met het nabestaandenpensioen gebeurt, hangt af van het soort nabestaandenpensioen. Een nabestaandenpensioen op risicobasis vervalt na de echtscheiding. Een opbouwbestaandenpensioen gaat volledig naar je ex-partner. ​

Moet het pensioen altijd verdeeld worden?

Wettelijk gezien heeft jouw voormalige partner mogelijk rechten. Het is natuurlijk wel mogelijk om afwijkende afspraken te maken. De partner krijgt bijvoorbeeld een geldbedrag extra toegekend in ruil voor de pensioenrechten. Als er geen verdere afspraken over het pensioen gemaakt zijn, geldt de wettelijke verdeling.

Hoe vul jij jouw pensioentekort aan?

Binnen de reguliere pensioenregeling gaat het niet lukken om de gaten weer dicht te krijgen. Na een scheiding gaat de pensioenopbouw gewoon door, maar over de huwelijksperiode mis je de helft. Er zijn mogelijkheden om het tekort weer (deels) aan te vullen. Bespreek jouw opties met de financiele huisarts van Planning Vision. o6 46189406 [email protected]